Bij onderhuur bestaat er een verschil tussen onderhuur van onzelfstandige woonruimtes en zelfstandige woningen.
Onzelfstandige woningen: Huurt u een kamer van een hoofdhuurder, die er zelf een tijd niet is? Of huurt u een kamer in een woning bij de hoofdhuurder? Dan bent u onderhuurder van onzelfstandige woonruimte. Dit mag niet zonder toestemming van de verhuurder. Soms staat er een verbod op onderhuur in het huurcontract van de hoofdhuurder.
Stopt het huurcontract tussen de hoofdhuurder en verhuurder? Dan heeft u niet het recht om het huurcontract over te nemen. U moet de woning verlaten als:
- De hoofdhuurder het huurcontract met de verhuurder opzegt.
- De hoofdhuurder overlijdt.
- De rechter het huurcontract tussen hoofdhuurder en verhuurder stopt.
Zelfstandige woningen: Huurt u een woonruimte met eigen huisnummer, keuken, badkamer en toilet? Dan ben u onderhuurder van een zelfstandige woonruimte. Ook hier is toestemming van de verhuurder voor nodig. Als de hoofdhuurder (originele huurder) de huurovereenkomst opzegt of overlijdt, dan word u automatisch de nieuwe hoofdhuurder. U hoeft de woning dan niet uit.
—
Zowel bij onderhuur van zelfstandige als bij onzelfstandige woningen is het belangrijk om de volgende punten na te gaan voordat u gaat onderhuren:
- Heeft de hoofdhuurder toestemming van de verhuurder/eigenaar om de woonruimte onder te verhuren? Vraag hier bewijs van!
- Kunt u de hoofdhuurder bereiken bij problemen? Heeft u contactgegevens?
- Aan wie moet u de huur, voorschot servicekosten, gemeentelijke belastingen, etc. betalen? Maak hier afspraken over en zet deze op papier.
- Hoe lang gaat de hoofdhuurder weg? Wat gebeurt als deze eerder of later terugkomt? Zet ook dit op papier.